Zonnewijzerpark Genk
12. Het Boek van de Tijd
Het opengeslagen boek is een klassieke uitvoeringsvorm van de polaire zonnewijzer. De wijzerplaat loopt evenwijdig aan de poolstijl, waardoor ook de uurlijnen evenwijdig zijn. Een gemarkeerd punt (index) op de poolstijl wijst de datum, zoals ook bij de horizontale zonnewijzer (nr. 2) toegepast is.
Een bordje aan de achterkant van de zonnewijzer vermeldt het motto: "Tempus est aeternum, nobis iter imperfectum", oftewel: "De tijd is eeuwig, onze weg onvolmaakt." Een tweede bordje vermeldt de sterrenbeelden die bij de datumlijnen horen.
Mijn commentaar:
Na het R.I.C. Quadrant (nr. 7) is dit het tweede zorgenkindje van het Zonnewijzerpark. En om dezelfde twee redenen: de vandaal-gevoeligheid en de gnomonische inhoud.
Dit boek heeft al heel wat meegemaakt. De poolstijl bestond aanvankelijk alleen uit twee zeskantige staven, die potloden voorstelden. Hun punten raakten elkaar en deze insnoering vormde de index. De foto hieronder (van Jean Michel Ansel) is genomen tijdens de officiële start van het project, kennelijk vroeg in de morgen.
Wel heel aardig, maar deze constructie bleek te kwetsbaar. In juli 1998, een maand later, was de stijl al gesneuveld.
De fotootjes hieronder komen van de website van de Zonnewijzerkring Vlaanderen (links) en uit de brochure (rechts). Maar of dit de goede volgorde is? In elk geval zit de stijl rechts te dicht bij de wijzerplaat en is de index verdwenen.
![]() |
![]() |
Het gnomonische probleem met deze zonnewijzer betreft de datumlijnen. Vaak zie je dat deze het begin van de dierenriem-maanden aangeven. Zowel het informatiebordje als de brochure vermelden dat dat ook hier het geval zou zijn. Dat is echter niet zo; er wordt een afwijkende indeling gebruikt. Vandaar dat de datumlijnen op onregelmatige afstanden liggen, zoals je misschien al opgevallen was.
De ontwerper gebruikt in feite de data waarop de zon de huidige, internationaal vastgelegde sterrenbeelden binnengaat, die wisselende afstanden langs de ecliptica beslaan. Eén daarvan is Slangendrager (Ophiuchus ), die in de dierenriem niet voorkomt. In de toelichting bij het ontwerp uit 1998 beroept de ontwerper zich ten onrechte op de Chaldeeën (Babyloniërs) om Weegschaal (Libra) achterwege te laten, waarin de zon toch 23 dagen doorbrengt. Deze periode voegt hij toe aan Schorpioen, die in feite maar 6 dagen lang de zon 'huisvest'...
Het sterrenbeeld Slangendrager wordt in de brochure ten onrechte Slang genoemd. De Slang kronkelt zich weliswaar rond de Slangendrager, maar ligt niet op de ecliptica.
Het gebruik van sterrenbeelden in plaats van de tekens van de dierenriem, die dan ook nog aangeduid worden met ongeveer dezelfde symbolen, leidt op z'n minst tot verwarring. Kortom, deze keuze wordt door gnomonici niet toegejuicht.
Volgens het informatiebordje zou de aflezing van 6 tot 18 uur (zonnetijd) reiken. Dat is dus niet het geval. Bij de polaire zonnewijzer liggen de uurlijnen van 6 en 18 uur oneindig ver weg; het maximaal haalbare (in hele uren) is van 7 tot 17 uur. Het feitelijke bereik hangt af van de grootte van de wijzerplaat in relatie tot de hoogte van de poolstijl er boven. Hier is dat dus van 8 tot 16 uur.
De ontwerper vertaalt het Latijnse motto in het Frans als: "Le temps est éternel, notre chemin infini" en de brochure neemt dat over. Is dat juist? Die betekenis van 'infini' vind ik in het woordenboek niet terug.
De bordjes aan de achterzijde van het object... nou ja, dat zie je zelf.
Het informatiebordje geeft een wat royale definitie van een polaire zonnewijzer. Dat zou een poolstijl-zonnewijzer zijn waarvan de wijzerplaat evenwijdig loopt met de aardas. Zo gedefinieerd vallen ook verticale oost- en westwijzers onder deze definitie. Liever beperk ik die tot poolstijl-zonnewijzers waarbij de wijzerplaat tevens oost-west georiënteerd is. In oudere literatuur wordt dat wel een polaire zuidwijzer genoemd.